woensdag 29 juni 2016

Bijen heel dichtbij!

Yes!! Nu weet ik het zeker! Ik wil zelf gaan imkeren en mijn eigen bijenvolk(en) gaan houden!

Al zeker een jaar loop ik met dit idee rond. 2012 was het jaar van de bij! Er werd aandacht gevraagd voor de bij. Want  onze voedselvoorziening is voor een belangrijk deel afhankelijk van het bestuivingswerk van bijen.  De afgelopen jaren is er een onrustbarende bijensterfte in Nederland.
Omdat het Nederlandse landschap qua aanbod van bloemen sterk is verschraald, zijn vele soorten wilde bijen in gevaar.
De land- en tuinbouw is voor een belangrijk deel aangewezen op bestuivers. De bekendste bestuivers zijn de honingbij en de hommel die samen tussen de 80 en 90% van alle bestuiving in de landbouw verzorgen. 35% van de wereldvoedselproductie is afhankelijk van bestuivers. Een recente studie  concludeerde dat 90 belangrijke landbouwgewassen afhankelijk zijn van bestuivende insecten. Voorbeelden zijn fruit, noten, koffie, chocola, sojabonen en zaden voor tal van groenten.
Zouden er geen bijen zijn, dan zou bijvoorbeeld de groenteafdeling in de supermarkt er heel anders uit zien. Zonder appels, tomaten, courgettes, bonen etc. etc.
De combinatie van bestrijdingsmiddelen, gebruikelijke ziekteverwekkers, achteruitgang van biotopen en een eenzijdig voedselaanbod in de gangbare landbouw, is er de oorzaak van dat de vitaliteit van de bijen(volken) achteruit gaat. Het gaat dan om alle bijensoorten, zowel de wilde bijen, de honingbij en ook hommelsoorten.
Bescherming van natuur en landschap is noodzakelijk om de bijen te behouden als essentieel onderdeel van de natuurlijke kringloop. Dus biologisch boeren en tuinieren!!
Wat is er nu mooier (en ook logischer) dan naast het bewerken van een moestuin, waar de bijen zorgen voor bestuiving, ook zelf bijen te gaan houden.
Mijn grote oogst heb ik immers te danken aan deze nijvere, kleine, bijzondere diertjes.
Gelukkig is na het jaar van de bij er een licht stijgende lijn te zien, doordat mensen meer bewustwording hebben gekregen over het belang van de bij. Zoals mijn persoontje!

Naast het houden van bijen, hoort ook de beloning van eigen honing. Ik zie het al voor me: naast allerlei flessen sap en siroop, jampotjes en eierdoosjes op mijn kelderplanken, ook potten vol zoete, zelf geslingerde honing!

Het idee om bijen te houden, is dit weekend verandert in een vast voornemen!

Deze foto maakte ik tijdens een fotoworkshop, ook afgelopen weekend. Ik volgde een heel inspirerende en leerzame workshop bij een fotograaf. Ik probeerde verschillende foto-opdrachten, samen met mijn dochter, goed uit te voeren. We vonden de bijen op de lavendel prachtig en maakten een hele serie. Niet wetend dat ik een dag later een imkeruitrusting zou dragen en bij de bijen zou 'werken'!

Deze werksterbij gaat ongestoord door met het zoeken van nectar in de lavendel. Omdat ik geen zoom-functie gebruikte, kwam ik heel dichtbij met mijn toestel. Geen probleem!

Bijen steken sowieso niet snel. Als een bij steekt, betekent dit gelijk zijn eigen einde, want een bij heeft één angel en die laat hij met steken achter. Bijen steken alleen als je in hun directe woonomgeving komt (een imker bij een kast......) of als ze in het nauw zijn. Wees niet te snel bang!

Imker Yvonne van de wijktuin, spaart sinds vorig jaar overgebleven bijenwas voor mij.
Als je wilt weten wat ik daarmee doe, lees dan mijn super interessante (al zeg ik het zelf) blog over calendula-zalf maken.
Ik vertelde haar al eerder over mijn ideeën en plannen. Ze nodigde me uit, om een keer mee te gaan kijken bij de bijen. Hoe zou ik reageren als ik er zó dichtbij kom. Blijf ik rustig? Kan ik het? Vind ik het leuk?

We zouden een keer een afspraak maken, maar de leukste dingen in het leven gebeuren onverwacht!
Ik liep haar tegen het lijf toen ik even mijn moestuintje aan het inspecteren was. "Wil je nu komen kijken?" riep ze me. Zij had tijd, ik maakte tijd!























Haar uitrusting in tweevoud had ze bij zich, dus ik kon zo mee.

Alleen had ik opengewerkte pumps aan.... die moeten dicht en mijn voeten beschermd worden.
Gelukkig kon ik laarzen van iemand vinden, ook nog mijn maat en húp! Daar stapte ik een nieuw avontuur tegemoet.


Mijn broek werd vast getapet aan de laarzen, je wilt immers geen bij in je broekspijpen.

Over mijn hoofd trok ik een imkerpak aan, met daaraan vast een grote hoed en wijduitstaand gaas: een imkersluier.
Ik voelde me net een ruimtewezen. Het was ook vreemd kijken, met dat gaas voor je gezicht en die brede rand rondom je hoofd.

Daarna nog leren handschoenen aan en ik ben helemaal beschermd!

Natuurlijk kunnen de bijen nog steken door je kleding heen.
Yvonne heeft een pijpje, waarmee ze rook kan blazen om de bijen een beetje te bedwelmen, waardoor ze rustiger worden.
Naar mijn mening was dat deze keer helemaal niet nodig. Wat een mooie, super-ijverige beestjes. Ze waren heel rustig en totaal niet agressief. We zijn dan ook niet gestoken.

Yvonne ging de kasten en daarin de bijenvolken inspecteren.






















Zijn de volken groot genoeg en groeien ze goed? Wordt er al honing geproduceerd?
Bij enkele ramen zat er al veel honing in, hoewel niet genoeg volgens de imker, bij andere ramen zat er nog vooral nectar of  helemaal niets in de raten. We tilden steekproefsgewijs wat ramen eruit. Ik had er geen enkele moeite mee om ook zo'n raam vast te houden.



De meeste bijen waren er afgeschud, maar de bijen die er nog op zaten, trokken zich helemaal niks van mij aan. Ze gingen gewoon rustig door met hun werk en dat ze moesten poseren..... geen probleem!

Over poseren gesproken:




Yvonne heeft een aantal kasten staan, ik geloof een stuk of acht. Er zijn er een paar van een collega-imker. Ook die controleert ze en ze geeft door hoe het ervoor staat met zijn bijenvolken.
Wel handig om het samen te doen.
Ik hielp haar drie kasten te controleren.

Met een schroevendraaier wrikt ze het deksel open. De bijen maken het elke keer zelf vast met een laag bijenwas. Ze bouwen alles op de lege ramen (en soms daarnaast) zélf vol.
In één zo'n kast zitten drie verdiepingen. We controleren alleen de bovenste. De bijen komen langs een vliegopening onderin de kast binnen. Bij de bovenste ramen is nog de minste activiteit.
In één zo'n kast kunnen wel zo'n 50.000 bijen wonen en werken. Véél zeg!


De ramen zijn kort uit praktische overweging. Zo kan de honing makkelijker gewonnen worden. Waar je op de foto 'wit' ziet, dat zijn de dichtgemaakte kamertjes (zo noem ik het maar) in de honingraat en daar zit 'goede' honing in, die klaar is. De donkergekleurde kamertjes bevatten honing die nog te dun is en de lichtgekleurde kamertjes bevatten nog nectar of zijn leeg.

Wat is dit ontzettend boeiend en inspirerend!
Soms bouwen de bijen aan de zijkant of buitenkant van een raam uit. Vaak doen de bijen dit om larven (nest)ruimte te geven. Dat is niet handig en wordt weggesneden. En daar krijg ik dan mijn stukjes was vandaan.

De imker kan zelfs zien, welke kraamkamertjes speciaal voor darren zijn gemaakt, want die zien er groter of donkerder uit...... ik zag  het niet!
Of het verschil tussen een werkster en een dar......

Een bepaalde hoeveelheid honing mogen de bijen zelf houden, een deel kan door de imker 'geoogst' worden. En daarvoor in de plaats krijgen de bijen suikerwater terug.
Vroeger werden bijenvolken gedood aan het eind van het seizoen, gedood om ze uit hun kast of korf te krijgen en hun honing te winnen.
Dat gebeurt nu niet meer. Het is zelfs mogelijk om biologisch dynamisch te imkeren. Daar ga ik me zeker in verdiepen.
Want bijen houden en honing oogsten, daar komt heel veel bij kijken.
Maar ik wil het graag leren en mijn kleine steentje bijdragen aan een beter leven en meer bescherming voor de bij.

Ik ga een imker-uitrusting kopen en ik ga een cursus volgen.
Daar heb ik ècht super veel zin in!
De meeste cursussen starten met theorie in de winter. Dan ga ik mijn b(l)ij-belevenissen hier zeker delen.
Mijn voornemen staat!




Dag bijen!
I'm coming soon!