maandag 21 maart 2016

Appelboom zelf enten

Vorig jaar februari deed ik mee met een workshop bomen enten.
Heel bijzonder, want zoiets had ik niet alleen nooit eerder gedaan, ik wist er ook helemaal niets van. Eerlijk gezegd zag ik ook niet echt het nut van bomen enten in. Als ik in de tuin werk, wil ik liefst alles biologisch doen en het zo natuurlijk mogelijk houden. Enten is toch behoorlijk gekunsteld. Het is het ingrijpen van de mens in de groei van bomen en planten. Hoewel het al duizenden jaren gedaan wordt, trouwens. Zelfs in de Bijbel komt het begrip 'enten' al voor.
Toch hen ik van deze workshop  een heleboel  geleerd!

Bessen- en druivenstruiken kun je bijvoorbeeld gemakkelijk vermeerderen door ze te stekken. Takje in de grond en het vormt vrij snel wortels. Bij appels of peren lukt dit niet.
Je kunt natuurlijk zelf een appelboom zaaien, door de appelpitten hiervoor te gebruiken. Dit heet een zaailing. Maar de opbrengst is zeer wisselvallig. Je kunt grote, kleine, lekkere of wrange appels krijgen. Maar dit is vrijwel onvoorspelbaar.
Er is een professor geweest die zijn hele leven kruisingen heeft gemaakt en nooit een goed ras kon krijgen.
Bij zaailingen gaat het altijd om grote bomen en soms duurt het wel 30 jaar voordat zo'n boom vrucht gaat dragen. In die dertig jaar groeit een zaailing heel hoog. Maar deze grote bomen zijn lastig (en gevaarlijk!) te snoeien en te oogsten.

Enten is een methode van vermeerderen, waarbij een goed worteldragend deel wordt verenigd met een goed ras die lekkere, smaakvolle appels geeft. Bij enten kan je optimaal gebruik maken van de genetische eigenschappen van twee verschillende planten of bomen. De onderste plant heeft de optimale eigenschappen voor het wortelgestel terwijl de bovenste optimale eigenschappen met betrekking tot de vrucht heeft.  Zo vormen ze samen een nieuwe plant. In de fruitteelt (dit gebeurt bij appels, peren, pruimen en nectarines) worden zo onderling verschillende rassen met elkaar gecombineerd, zodat de beste eigenschappen van elk ras samen een optimaal resultaat geven.
Dit is voor een fruitteler goedkoper en vergroot de mogelijkheden.
Er wordt vrijwel altijd gebruik gemaakt van zwakgroeiende onderstammen. Dit betekent dat de appelbomen niet zo hoog en groot worden. Daardoor hoeft er bijvoorbeeld niet meer met ladders gewerkt worden.

Je hebt allerlei verschillende benamingen voor deze onderstammen.
Ik heb bijvoorbeeld geënt op een M27 (nee, niet het wapen wat door Amerikaanse mariniers wordt gebruikt). Dit is één van de zwakst groeiende onderstammen. Dit houdt in dat de boom waarschijnlijk niet veel hoger wordt dan zo'n tweeënhalve meter. (de meest linkse boom op het plaatje).
Mijn lief heeft een iets minder zwakker groeiende onderstam gekozen, die boom wordt als het goed is zo'n 4 meter hoog. Een boom, gegroeid uit een zaailing zal zo'n 5,5 - 6 m hoog worden.....
Deze geënte bomen dragen veel sneller vrucht. Sommigen al na één tot twee jaar. Ook interessant en leuk voor de hobbytuinder, die natuurlijk geen -tig jaar wil wachten tot er eindelijk een appeltje voor de dorst gaat groeien.

We gingen enten bij iemand die fruitbomen enten als hobby heeft. Hij heeft de hogere tuinbouwschool gedaan en halverwege zijn studietijd leerde hij over enten bij de fruitteelt. Bij een studievriend met een fruitteeltbedrijf kwam hij de praktijk van het enten tegen. Na vele jaren zelf jammerlijke pogingen ondernomen te hebben, kocht hij uiteindelijk professionele spullen, zoals diverse, juiste onderstammen. Het is echt een hobby voor hem, die hij echter graag aan anderen uitlegt en met anderen deelt.



Wat heb je nodig om te enten?
  • Entmateriaal: een goed gegroeide éénjarige tak
  • Een onderstam die precies even dik is
  • Snoeischaar of goed scherp mes
  • Een labeltje om je resultaat te markeren
  • Was
  • Waxinelichtje (om de was te laten smelten)
  • Afdekmateriaal (entwas, plastic band, plakband)
Het is heel belangrijk om iets te weten over de opbouw van een boomtak. Het grootste deel van een tak of stam bestaat namelijk uit dood hout. Het aaneengroeien kan dus alleen maar plaatsvinden als de levende delen van de onderstam en de ent met elkaar in contact komen.
Daarom is de cellaag, het cambium, belangrijk voor het enten. De cambium-laag is een dunne, levende, zich voortdurend delende laag van waaruit de boom groeit. Naar binnen toe maakt het cambium houtcellen aan, die langzaam afsterven. Naar buiten toe produceert het cambium bastcellen. Ook die sterven af en maken zo de schors, de beschermlaag voor de boom. Het grootste gedeelte van de stam is dus dood hout.
Aan weerszijden van het cambium liggen vaatbundels voor water- en voedseltransport vanuit de wortels omhoog, door de hele boom. Aan de buitenkant van het cambium liggen de bastvaten die voedingsstoffen uit de bladeren tot in de wortels van de boom transporteren.  Deze actieve cambiumcellen spelen een belangrijke rol in het aaneengroeien van de onderstam en de ent.
Bij het enten is een goed contact tussen het cambium van de onderstam en van de ent absoluut noodzakelijk.
De groeilaag is het bruine laagje, tussen bast en hout, van maar enkele cellen dik. Het is cruciaal dat dit van de onderstam en de ent op elkaar aansluit. Dit is een heel precies werkje. Je zoekt twee takken die ongeveer even dik zijn en dan snijd je ze op bovenstaande wijze schuin, zodat de raakvlakken zo groot mogelijk worden.

Ik heb het zogenaamde plakenten geleerd. Je verwarmt met het waxinelichtje een beetje entwas op een schoteltje. Heb je de takken precies op elkaar, zodat de cambiumlagen elkaar raken, dan zet je het vast met de enttape. De entwas gebruik je op afgeknipte takken als 'pleister'.

We mochten drie appelrassen: een Elstar, een Goudreinet en nog een James Grieves of zoiets, op onze onderstam proberen te enten.
We mochten dit op drie verschillende onderstammen proberen. Wat een precies werkje in die koude kas, zeg! Ik heb dus 9 pogingen gedaan, omdat veel pogingen, zeker bij een beginneling, niet gelijk aanslaan.
En ach, het is altijd afwachten wat aanslaat.
En dat afwachten duurde erg lang. De enten zijn erg kwetsbaar en blijven in de kas staan. Pas na een jaar, zie je het resultaat.
En het beste resultaat: één boompje zouden we een jaar later krijgen.
Hier staan drie geënte appelboompjes klaar voor vervoer naar de tuin. Enneh.... dit kan gewoon in de bakfiets!

Dat was dus een paar weken geleden. Van de drie geënte takken is er bij mij één aangeslagen op de onderstam. Bij mijn lief zijn er twee geënte takken aangeslagen. Hij heeft als het goed is twee appelrassen aan één boom.
We weten uiteraard niet meer welk ras nu precies welke ent was. Dus dat is nog een verrassing en zullen we pas aan de vruchten kunnen zien. En dat duurt weer even. Maar..... het zal geen 30 jaar duren..... Want de twee afzonderlijke bomen, zijn tot elkaar gekomen en samen vormen ze nu één geschikte, goed groeiende boom, die ook nog eens lekkere vruchten zal gaan dragen.


Groot plantgat voor de boom.

En dan de grond in. Even draaien om te kijken of de takken niet tegen de schutting of de kas aan gaan groeien. Ze staan wel scheef in de pot (....).

Dan twee emmers water erbij, ondanks de natte periode. En wat mestkorrels.
Deze onderstammen hebben veel mest en een goede grond nodig.

Grappig dat ik vorig jaar in een folder van Intratuin een appelboompje te koop zag staan  met daarop drie verschillende appelrassen geënt. Toen dacht ik nog: "wie wil dat nou hebben?" Maar er is blijkbaar vraag naar.
Zou jij ook zo'n 'bijzonder' boompje willen hebben?

Ik heb van mijn workshop enten geleerd dat enten echt een specialistisch werkje is. Je hebt er ook heel veel geduld voor nodig. Ik zal het denk ik niet zomaar weer eens doen. Je moet echt kennis van zaken hebben en ook over goede spullen beschikken. Maar het was heel leerzaam en interessant om  een keer gedaan te hebben. Ik hoop er de vruchten van te plukken.