dinsdag 29 november 2016

Onze houtkachel


Oh....... wat  c o s y!  Hij staat er vandaag precies tien dagen!!
En het is elke dag genieten. Hij past zó goed bij ons en in ons interieur, dat het lijkt of 't ie er al jaren staat........

Onze nieuwe houtkachel!
We hebben niet eerder een houtkachel gehad, fantaseerden meer over vloerverwarming eigenlijk. Dus voor ons is een houtkachel compleet nieuw. Maar we zijn er enthousiast over!

Al een tijdje was mijn lief op zoek naar een hobby cq sport. Hij heeft beide in één gevonden in onze nieuwe houtkachel. Want een kachel verwarmt dubbel, niet alleen  als 't ie brandt, maar ook daarvoor als je hout gaat verzamelen, zagen en kloven. Reken maar dat je daar warm van wordt!

Voor mij past een houtkachel goed in een duurzame leefstijl.
De kachels van nu leveren een belangrijke bijdrage om meer duurzame energie te gebruiken. Stoken met hout is een erkende, duurzame manier van verwarmen.
Een houtkachel geeft je de mogelijkheid om te stoken met biomassa. Het warmterendement is hierbij belangrijk, want  een hoog rendement is niet alleen goed voor het milieu, tevens bespaart het je in stookkosten, omdat je meer warmte overhoud. Je bespaart geld (met een lagere energierekening) door duurzaam te stoken!

Een houtkachel is ook duurzaam omdat het evenveel CO² uitstoot als dat er vrij komt bij het verrottingsproces in de natuur.

Duurzaam heeft ook te maken met onthaasten.
Op een knopje drukken of een schakelaar omzetten, werkt niet. Het kost nog echt tijd om een kachel aan te maken. En ik moet zeggen..... dáár mag ik nog wel even mee oefenen.
Daar staat tegenover dat als de elektriciteit uitvalt, het gewoon lekker warm blijft in huis......
Duurzaam!
En het is passend bij een zelfvoorzienend leven. Dé brandstof is hout en dat is relatief goedkoop: er is gemakkelijk en vaak gratis aan te komen. Uit mijn tuin kan ik snoeiafval gebruiken voor in de kachel en mijn lief, die meubelmaker is, heeft op zijn werk ook regelmatig hout over.

Maar..............  hoe begonnen we?
Met de aanschaf van een kachel ga je niet over één nacht ijs.
Het plan was er al een jaar of twee. Eerst nog vaag en onlogisch: een houtkachel in een bijruimte plaatsen waar al vloerverwarming zit, maar geen schoorsteen............ Niet dus!

Maar langzamerhand begon het plan vaste vorm aan te nemen.
En toen mijn enorm grote, wandvullende kast ging verdwijnen, kwam daar een kant en klare, gemetselde schoorsteenpijp tevoorschijn.
Hoe degelijk en goed is die schoorsteen? Dat is heel belangrijk.
Een kapje tegen vogelnesten was een paar jaar geleden al geplaatst en de schoorsteenpijp was leeg. We gebruikten het schoorsteenkanaal de afgelopen jaren, in ons huis als ventilatiekanaal.
Via het dak ging mijn lief de schoorsteen inspecteren. Hij kocht veeggerei om de schoorsteen te vegen.
Maar wat we niet wisten, was dat er een dubbelwandig rookkanaal in zat, gebouwd van ronde betonelementen.
Daar kwamen we achter met het slopen van het onderste gedeelte. Wow!!
Wat was die schoorsteen degelijk en solide gebouwd!
De foto is nogal wazig, maar dat komt door het in de lucht zittende bouwstof.

Want wat leverde een stukje van 2 meter slopen een enorme hoeveelheid puin en bouwstof op. Ongelooflijk!
Maar wat betreft de schoorsteen - het rookkanaal van een kachel - zitten we helemaal goed.
Wel heeft mijn lief er voor de zekerheid nog een flexibele RVS schoorsteenpijp door getrokken. Helemaal schoon, lekvrij en roetvrij.
De hoogte van een schoorsteen is ook belangrijk. Hoe hoger hoe beter. De rook kan dan over de huizen oplossen.
Uit elke houtkachel komen namelijk schadelijke stoffen vrij, waaronder fijn stof, stikstofoxiden, roet en PAK’s. Bij gesloten kachels verdwijnt dit naar buiten via de schoorsteen. Daar kunnen omwonenden hinder van ondervinden.
Door alleen gebruik te maken van schone brandstoffen is de overlast te beperken.
Volgens onderzoek ondervond 11 procent van de bevolking overlast, veroorzaakt door vuurkorven, open haarden en/of houtkachels........
Om overlast in de omgeving te voorkomen is het verstandig om afspraken te maken over het tijdstip, de windrichting en de windsterkte waarbij gestookt wordt.

Iedereen is anders, maar ik vind het heerlijk ruiken als ik buiten loop en dan opeens de geur van verbrand hout in mijn neus krijg. Alleen die geur is  al zó knus dat ik me niet kan voorstellen dat mensen hierover klagen.
Dat is voor mij hetzelfde als ik bij de buurvrouw van een paar huizen verderop, vrolijke pianoklanken op straat, hoor. Terwijl een pianiste in de buurt altijd met de ramen dicht speelt, om geen overlast te geven.
Wanneer ik piano ga spelen, zet ik expres het raam op een kiertje (brrrr) omdat ik de mensen die langslopen, wil laten meegenieten van een vrolijk melodietje (moet ik eerst even oefenen met het raam dicht, hoor ;))
Het is maar hoe je erover denkt dus.
Maar goed........ ons huis ligt op een hoek van een woonwijk en schuin tegenover de ingang van een stadsfabriek. Kan me niet voorstellen dat een beetje rook uit onze schoorsteenpijp opvalt met de uitlaatgassen van de vrachtwagens die dagelijks langsrijden.......
Ik zie geen probleem........

Let ook op de diameter van de schoorsteen, die heeft te maken met het formaat kachel dat je erop aan kunt sluiten.

En dan ga je bedenken wat voor soort kachel je wilt.
Er zijn gietijzeren houtkachels, stalen houtkachels, speksteenkachels, tegelkachels en pelletkachels. En varianten hierop.
Hout is een goedkope brandstof. Je kunt droge, kant-en-klare houtblokken kopen maar het is nog goedkoper als je zelf hout verzamelt en opslaat. En dat hout verzamelen is voor ons geen probleem. Al kiezen we uitsluitend voor schoon hout, zonder lijm- of verfresten.

Let op het rendement van een houtkachel. Het percentage van het rendement slaat op de hoeveelheid warmte dat niet verloren gaat via het afvoerkanaal. Moderne houtkachels hebben een rendement van zo’n 80%. Dat komt omdat het vuur in de afgesloten ruimte een hogere temperatuur bereikt en daardoor veel efficiënter verbrandt. In moderne kachels worden de niet verbrande gassen vlak voor ze de schoorsteen in gaan, alsnog verbrand.
Een speksteenkachel haalt zelfs 90% en produceert daarmee ook de minste afvalstoffen.
Voor een houtkachel heb je veel minder hout nodig dan voor een open haard. De verbranding is in de houtkachel  enigszins te reguleren met de luchttoevoer.

Doordat je minder hout nodig hebt, dan bij een open haard en op hogere temperatuur stookt, produceert een houtkachel veel minder rook en daarmee minder schadelijke stoffen zoals koolmonoxide en PAKs. Daar zijn je buren en het milieu weer blij mee.

De prijzen van een houtkachel vallen mee. Stukken goedkoper dan bijvoorbeeld een gashaard.
En er bestaan kachels in allerlei stijlen en formaten

Je kan kiezen tussen houtkachels met zogenoemde convectiewarmte of een houtkachel met stralingswarmte. Convectiewarmte is een lastig begrip maar betekent zoveel als dat de warmte van de kachel via de lucht wordt verspreid in de kamer. (Dat geldt overigens ook voor de radiotoren van de centrale verwarming. Ook hier zijn het luchtstromen die de ruimte verwarmen). Dus bij convectiewarmte stijgt de warme lucht op. Een goed voorbeeld hiervan is de zogenaamde Bullerjan kachel.
undefined
Echt een stoer en mannelijk ontwerp. Maar daar kwam ik een beetje tegen in opstand.......
Ik moet er wel lekker een pannetje stoofpeertjes op kunnen zetten en er gezellig voor kunnen zitten met een boek of een handwerkje..........  Nee, hoe modern en goed verwarmend ook, deze kachel is niet mijn stijl!
Stralingswarmte daarentegen is warmte die direct door de kachel wordt afgegeven. Hoe dichter je bij de kachel zit, hoe warmer het is.

Bij de aanschaf van een kachel legden we onszelf de restrictie op van ons budget. En we besloten om voor een tweedehands kachel te gaan.
Die worden regelmatig aangeboden, maar je keuze is wat meer beperkt.

En toen zagen we deze kachel....... een stalen houtkachel met stralingswarmte.
Deze beauty komt 'gewoon' van Marktplaats, maar qua vorm en uitstraling viel ik er als een blok voor. We kochten hem van sympathieke mensen, bij wie hij al een jaar of tien brandde. Alleen omdat zij over willen gaan op een pelletkachel, mocht 'ie weg.
De voltallige familie was bij de koop aanwezig, oftewel het afscheid van hun kachel.
Met veel tips en extra's en onder het genot van koffie en thee, namen we uiteindelijk de kachel mee.
We kregen zelfs een paar houtkeggen mee, om gelijk te kunnen stoken.

En nu moeten we zelf voor brandstof gaan zorgen.

Opeens bekijk ik herfststormen met heel andere ogen.
Want ze zijn niet alleen nuttig voor de bomen die hun blaadjes verliezen, maar ook nuttig om stookhout te scoren voor onze kachel. We kunnen immers gratis grote takken wegslepen om vervolgens op te slaan.


Na een herfststorm is het voor ons nu ook een soort 'oogsttijd'..........Onze kachel stond er net, toen er een storm woedde....... dat kwam heel goed uit.

De dag daarna gingen we met de bakfiets een rondje door de buurt maken. Wat konden we ontzettend veel hout meenemen! En wat hielpen de kinderen goed mee!

Dit hout is natuurlijk niet gelijk te branden, want het is van belang dat het zo droog mogelijk is. Korte gekloofde blokken die in de wind onder een afdak liggen, drogen het best. Nu nog een plek voor een afdak zoeken........
Ik krijg zo'n vermoeden dat mijn verticale moestuin en druivenstruik definitief het veld zullen gaan ruimen........ :(
Maar hout moet lang drogen, afhankelijk van de soort kan dat één tot tweeënhalf jaar duren.
Het vochtpercentage van het hout moet onder de 18% zitten. Met een speciale vochtmeter kun je dit eventueel opmeten.



Een houtkachel verwarmt niet alleen, een houtkachel biedt rust, uitstraling, sfeer. Het leeft!
Had ik al gezegd dat we er heel blij mee zijn? :)

Ik vind meer rust door onze kachel, ons hoekje in huis is mooi geworden. Rustgevend zonder tv en heel behaaglijk warm en knus met die vlammetjes.....



Als ik de komende tijd wat minder blogberichten schrijf, komt dit doordat ik 's avonds voor onze houtkachel zit, kijkend naar de speelse vlammetjes, genietend en tot rust komend bij smeulende, warme houtblokken of stammetjes.
Ik geniet!

En wat doe jij?


woensdag 23 november 2016

Salade met geitenkaas, honing en noten

Hoewel ik deze salade regelmatig eet, heb ik 'm hier nog niet gedeeld.


Misschien omdat ik hem te simpel vind..... of omdat 'ie niet boordevol groentes zit. Maar het is altijd nog een stuk gezonder dan een schaaltje strooigoed of pepernoten. ;)
En het smaakte me deze week weer goed!
Dus bij deze het recept.
En uit mijn tuin een handje verse rucola. Rucola die onverwacht tegen de vorst blijkt te kunnen ;)

Salade met geitenkaas, honing en noten

                               Voor 1 persoon
Ingrediënten:
  • 100 g harde, Hollandse geitenkaas
  • 40 g biologische rozijnen (dus ongezwaveld!)
  • 75 gram ongebrande en ongezouten noten (amandelen, walnoten, hazelnoten etc.)
  • 1 takje verse tijm
  • handje rucola
        Voor de dressing:
  • 1 el bio olijfolie
  • 1/2 el bio honing
  • 1 biologische sinaasappel
  • versgemalen peper
Hoe maak ik het klaar:
Snijd de geitenkaas in kleine blokjes. Ris de blaadjes van het takje schoongespoelde tijm. Was het handje rucola en dep het droog. Vermeng deze ingrediënten in een schaal.


Was de sinaasappel goed. Omdat je de schil ook gebruikt, is het fijn een biologisch exemplaar te gebruiken. Dan krijg je in ieder geval geen pesticiden binnen, die op de schil gespoten zijn.
Rasp een deel van de sinaasappelschil en pers de sinaasappel uit. Roer alle ingrediënten voor de dressing door elkaar.


Verdeel dit over de salade
  En serveer direct!

Een lekkere, anders dan anders, lunchsalade!
Hoewel, het kan ook prima als voorgerecht of als tussendoortje......

dinsdag 22 november 2016

Amandelspijs zelf maken!

Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint.........  En is er wat te snoepen bij? Voor jou en voor mij?!

Een echt gezonde tijd, gaan we niet tegemoet, met pepernoten, strooigoed en gevulde speculaas, om maar eens wat te noemen.  Maar wat je zelf kunt maken, is niet alleen leuk, maar vaak ook gezonder!
Alles zelf maken, doe ik niet. Maar wat heel leuk en makkelijk is om zelf te maken, is.......




Zelf maken van al dat snoepgoed vond Piet ook een goed idee. Onze kinderen vonden vanmorgen ieder een groot pak onder hun schoen, omdat het er niet inpaste.

Wat slim gedaan: de kinderen mogen zelf aan het bakken gaan.......
Nog leuker is om zelf bakmixen te maken en dit in een beker of pot decoratief te verpakken. Dan kun je het ook biologisch maken......

Maar ik maakte eerste amandelspijs. En niet alleen voor de gevulde speculaas of de banketstaaf. Het is altijd lekker: een plakje in de appeltaart of onderin  een stoofperengebakje

In de winkel is er amandelspijs van Dr. Oetker te koop: voor 300 gram betaal je 2,49
En dan krijg je er gratis vier E-nummers bij:
bevochtingsmiddel E422, verdikkingsmiddel E415, conserveermiddel E202, voedingszuur, citroenzuur E330.  Nu is het laatste E-nummer een natuurlijke stof, maar de rest kun je beter mijden uit je voeding. Tòch jammer!

Dát kan beter!
Belangrijk vooraf: de smaken van de amandelspijs moeten goed op elkaar inwerken. Het is het beste als het amandelspijs voor gebruik ongeveer twee weken in de koelkast bewaard wordt.
Maar ach.... als je echt haast hebt, is de amandelspijs ook lekker na een dag of wat.

Amandelspijs

Ingrediënten:
  • 200 g biologische amandelen (raw food)
  • 200 g biologische rietsuiker
  • 1 ei (vers van mijn eigen kippetjes)
  • 1 bio citroen
Hoe maak ik het klaar:
Ik gebruik de biologische amandelen van de AH, die in het schap van raw food liggen. Dit zijn bruine amandelen, met het vliesje er nog omheen. Dit vliesje haal je er makkelijk vanaf, als je ze even in heet water legt. Je kunt ook blanke amandelen kopen.
Vermaal de amandelen in een keukenmachine.
Als ze helemaal fijngemalen zijn, voeg je de suiker eraan toe.
Wanneer amandelen en suiker vermengd zijn, voeg je het losgeklopte ei eraan toe.
Zorg voor een vers eitje, want pas bij het meebakken van de amandelspijs, wordt het ei voldoende verhit.
Was de citroen en rasp ongeveer de helft van de schil op een fijne rasp. Let op dat je niet tot het 'witte' raspt, want dat is bitter van smaak.

Voeg het citroenrasp toe aan de amandelspijs. Pers de halve citroen uit en voeg 11/2 eetlepel citroensap toe. Proef eventueel, want je hebt snel te veel citroensmaak.
Meng alles goed en doe het in een bakje of potje in de koelkast.
Bewaar het een paar weken, zodat de smaken goed kunnen inwerken.


Et voila!
Je zelfgemaakte amandelspijs!
Je kunt het ook in een rechthoekige vorm drukken, zodat je er plakjes van af snijdt.


Deze ingrediënten zijn goed voor 460 g amandelspijs.
En de prijs?
De amandelen kosten 4 euro, het ei kost me niks, de halve citroen 50 cent en de suiker kost 60 cent.
Heerlijke, pure biologische amandelspijs kost me, omgerekend naar  300 gram  3,40
Biologische amandelspijs bij een speciaalzaak, kun je kopen voor 4,50 .
Leuk zelfgemaakt, toch?!

Ga jij het ook proberen?



maandag 21 november 2016

Mijn moestuin (45 & 46)

Na een week stilte, omdat het domweg zo veel regende dat ik bijna niet op de tuin kwam, is er weer nieuws uit mijn tuintje!
In mijn kas had ik rucola gezaaid, zo'n drie weken geleden..... èn   h e t   k o m t   o p!!   
Het lijkt wel voorjaar met dat frisse groen.
Maar aan de basilicumplant in de hoek, zie je toch wat anders.
Die is kapot gevroren..........
Want kas of geen kas, de temperatuur binnen is eigenlijk hetzelfde als buiten.
Alleen warmt het sneller op, onder invloed van zonlicht èn de plantjes staan beschut tegen wind en regen.
Wat dat laatste betreft, mocht ik ondanks die vreselijk natte dagen, toch met een gieter in de weer. De jonge, kleine plantjes moeten tòch water hebben om te groeien......          
En dan hier weer een herfstig plaatje: ik kon bijna de kas niet binnen lopen.
Daar was een prachtig web geweven, over de hele breedte van de deur.
Ja, natuurlijk: Sebastiaan had ook een beschut plekje in gedachten.
Mooi hè?!
Voorzichtig er onderdoor, met de gieter......
en zó kon ik toch water geven.
Ben benieuwd wanneer ik deze rucola (raketsla) zou kunnen oogsten.
In mijn moestuin groeit het nog steeds, maar dat is net een paar extra stappen lopen.
En in de stromende regen, laat ik dat soms maar even zitten.
Ik ontdek in ieder geval dat rucola tegen lichte vorst kan èn dat slakken er niet dol op zijn.

Wat die vorst betreft: het is weer tijd voor boerenkool!
En omdat 'de vorst erover gegaan is', is ze beter (lees: zoeter) van smaak.
Hoef ik ze niet eerst te oogsten en voor gebruik in de vriezer te stoppen.
Jammer alleen dat de boerenkool veel last van witte vlieg heeft.
De witte vlieg is een schadelijk beestje wat uiteindelijk de plant beschadigt. Eigenlijk is de witte vlieg een soort mot die eitjes legt, waar larven uit komen. Na verloop van tijd gaan de larven van de witte vlieg honingdauw afscheiden.

Hierop groeien schimmels, die er zwart uitzien, roetdauw genaamd.

Op deze foto zie je dat goed, boven mijn duim. Het is hier nog een klein plekje, wat je gemakkelijk weg kunt snijden.
Een beetje witte vlieg is niet erg. Het probleem is dat grote aantallen witte vlieg de planten bevuilen door honingdauw, waarop dan de roetdauwschimmel gaat groeien.
Hier zie je een blad, voor meer dan de helft aangetast door deze schimmel. Vaak zijn dit de onderste bladeren van de boerenkoolplant. De bovenste bladeren groeien en vernieuwen nog.
Dit blad is niet meer te eten en gooi ik weg.

Omdat ik biologisch tuinier, spuit ik niet tegen witte vlieg of schimmel.  Het beste is om de boerenkool niet te lang te laten staan. Vroeg oogsten houdt de plaag binnen de perken. Als er een tijdje geen koolgewas in de tuin staat, gaat de witte vlieg vanzelf weer weg.
Maar ja, ook in de broccoli, de bloemkool, de palmkool en de spruitkool komen die vliegjes.....

Ik oogst de boerenkoolbladeren, schud of klop ze ´uit´, zodat er al zoveel mogelijk vliegjes opvliegen en vervolgens laat ik de bladeren zo´n half uur tot een uur in een emmer water met zout staan.
Daarna was ik de bladeren grondig en wrijf ze schoon.
Een deel gebruik ik meteen, een deel vries ik in. Boerenkool uit de vriezer wordt niet alleen zoeter van smaak, ook de bladeren vriezen kapot, zodat je ze niet meer hoeft te snijden voor gebruik. Gemak dient de mens.
Hoewel je boerenkool ook rauw kan eten in een salade, verhit ik haar, waardoor ik zeker weet dat niemand  schimmel of beestjes binnenkrijgt. Klinkt een beetje onsmakelijk, maar dat is het leven van een moestuinier. Geen schoongemaakte, netjes voorgesneden en voorverpakte groentes, maar alles zelf doen. Met als grote voordeel dat je weet waar het vandaan komt, hoe het gegroeid is en vooral: dat je het supervers op je bord kan hebben! 


Nog een voordeel van die paar nachten vorst: het onkruid is bevroren!!
Is dat niet leuk?!
Hier stond heel veel zogenaamd knoopkruid, wat boven mijn groenbemester uitgroeide.
Maar terwijl de klaver nu nog mooi groen erbij ligt, is het onkruid wat er niet hoorde, vanzelf aan het weggaan.
En dit was precies de reden, waarom ik in de herfst niet ijverig aan het schoffelen ging en mijn tuin zo keurig netjes bijhield. Als je even wacht, wòrdt het voor je gedaan! ;)

En als laatste een blik op mijn spruitjes.
Ze groeien gelukkig beter als vorig jaar en ik heb ook wat meer planten staan.
Terwijl veel mensen misschien griezelen bij de gedachte aan spruitjes op je bord, heb ik het altijd een lekkere groente gevonden. En ook mijn kinderen vinden het geen straf om spruitjes te eten. Het ligt er maar aan hóe je het klaarmaakt (en welk verhaal je erbij vertelt).
Nu eet ik het niet vaak, maar met zo'n tien planten, hoop ik er deze winter wel verschillende maaltjes af te halen.
Spruitjes groeien in de bladoksels, tegen de stevige plantstengel aan.
Kleine kabouterkooltjes die beschutting zoeken...... :)
De bovenste top heb ik er bij sommige grotere planten al uit gehaald.
Als de groeikracht niet meer naar de top gaat, gaat die naar de spruitkooltjes toe.
En als die groter worden, hebben we meer om te eten!
Maar eerst is het zaak dat de plant de hoogte in groeit.  Immers, hoe hoger de stengel, hoe meer spruitjes hier tegenaan kunnen groeien.


Vervolgens kan de top eruit!
De bladeren hiervan, lusten de cavia's weer, zodat ik niks hoef weg te gooien.
Nu nog een tijdlang rustig afwachten, want de spruitjes zijn nu nog veel te klein.

Hoewel mijn tuin al een stuk leger raakt, heb ik als wintergroenten nog  staan:
spruitkool, palmkool (een oude soort smalbladige boerenkool), boerenkool, 1 prei, aardperen, snijbiet (tot het te koud wordt), bloemkool (ik weet niet of die winterhard is...... spannend), eeuwig moes en schorseneren. Schorseneren zijn een echte wintergroente, waarvan ik geen idee heb hoe het ondergronds groeit, hoe het eruit ziet, laat staan hoe het smaakt.
Dit zijn de leuke verrassingen van een moestuinier.
Ik vind het heerlijk om nu lekker binnen te zitten, maar wat ben ik ook blij met mijn tuin!!

Vanaf nu ga ik mijn moestuinserie per twee weken plaatsen.
Er is in de winter toch net wat minder te doen in de tuin, dan in de andere seizoenen........

Leuk dat je weer mee las!

donderdag 17 november 2016

Minimaliseren, ik ben aan 't leren!

De november minimalisatie-challenge waar ik aan mee doe, is al over de helft! Elke dag 10 dingen wegdoen, is hierbij mijn streven! Tegelijk mag ik van mezelf compenseren. Soms iets minder, andere dagen (véél) meer.

Al veel eerder was ik van plan een update te geven van mijn pogingen, maar de reden dat ik niet eerder schreef is juist goed.
Want ik heb het druk.  Ik heb het héél druk....... vooral met minimaliseren, oftewel ontspullen en ontrommelen. 
Want ja,  het is ècht leuk.
Ik vind mezelf een snelle leerling......
De verandering in mijn denken was al eerder gestart.

Het is zelfs verslavend. Eigenlijk zoals het omgekeerde:  hoarding.....
Maar nee, dat is niet zomaar een verslaving, maar een psychiatrische  aandoening.
Ik definieer het even, zoals ik het heb gevonden op www.yourganize.nl.

Je spreekt van Hoarding of Verzameldwang als de volgende vier kenmerken voorkomen:
1. Je verzamelt en/of bewaart grote hoeveelheden spullen, die in de ogen van anderen weinig tot geen economische of emotionele waarde hebben
2. Je hebt bijzonder veel moeite om afstand te doen van je spullen of bent hiertoe niet in staat
3. Je woonruimte is zo vol, dat normaal gebruik niet meer mogelijk is (bijvoorbeeld koken, slapen, douchen, bezoek ontvangen e.d.)
4. Je lijdt aan stress en wordt ernstig beperkt in het dagelijks leven

Gelukkig herken ik mezelf hierin helemaal niet, maar achteraf gezien had ik wel een schoonzus die hieraan leed. Vreselijk voor haar! Ik ben natuurlijk ietwat erfelijk behept met zuinig-zijn en dingen bewaren dus soms is wegdoen wel een dingetje.
Maar het is wat anders als dit ziekelijke vormen aanneemt.
Alleen opruimen is dan niet voldoende, psychische hulp en begeleiding is noodzakelijk.

Maar.... als ik even door filosofeer:
Is het eigenlijk ook niet een luxe om een levensstijl aan te nemen die draait om minder?! Dat ik het me kan veróórloven om 'nee' te zeggen tegen overvloed?!
Hoe het ook zij, al is deze levensstijl geboren uit luxe, het is nog geen onzin!
Mensen kennen meer stress dan ooit, in onze maatschappij. Moet je niet altijd, overal en van alles in de wereld op de hoogte zijn? En daarbij ook nog een zinnige mening over alles kunnen formuleren? Wat ligt de druk dan hóóg!!  Neem het mensen eens kwalijk dat ze in tijden van hoge prestatiedruk, oneindig veel mogelijkheden en ook wel economische onzekerheid op zoek gaan naar dát wat er echt toe doet.
Rust in je hoofd  is  zó belangrijk. En rust in je huis is daarbij een eerste stap in de goede richting!

En daar ben ik dus hard mee bezig geweest.
Niet alles beschrijf ik, maar misschien inspireer ik je, door hoe ik sommige dingen aanpak!

Wanneer je trouwens echt rigoreus wilt minimaliseren en ontspullen, dan moet je eigenlijk verhuizen. Wat blijkt er dan veel weg te kunnen. Oh ja.... en ga dan van groot naar klein natuurlijk!
Ik ben benieuwd hoe mijn zusje en mijn ouders dat komend jaar doen......

Leuk om hier even de Tiny houses te noemen. Een uit Amerika overgewaaide rage van kleine huisjes. En dan bedoelen ze ècht klein!  Heb je daar al eens van gehoord? Ik zag er een documentaire over en was gelijk enthousiast! Kijk even hier als je wilt weten wat een Tiny house is. Ook het zelfvoorzienend leven hierbij, vind ik geweldig klinken!  Dat is niet te realiseren met vier opgroeiende kinderen thuis, maar wie weet..... als die de deur uit zijn...... Over een jaar of achttien...... ;)

Tweede tip om goed te minimaliseren: doe een kast weg. Bij voorkeur een hele grote kast en zet daar (nog) niet een andere kast voor in de plaats.
Dit heb ík dus de afgelopen twee weken gedaan!
In de huiskamer zat (ja, ja, inmiddels verleden tijd!) een wandvullende kast. En als ik wandvullend zeg, bedoel ik: 2.55 m hoog bij 3.50 m lengte. De diepte mat maar (!) 35 cm.

  • Natuurlijk was het een luxe toen ik tien jaar geleden deze kast kreeg.
  • Natuurlijk zaten er veel nuttige dingen in, zoals de stofzuiger, de radio en de televisie (die met een handig uitklapsysteem schuin de kast uitdraaide, zodat je gemakkelijk vanaf de bank tv kon kijken).
  • Natuurlijk deelde ik alle overige kastruimte heel praktisch en netjes in.
Maar....... wat verzamelde ik een hoop, achter die zes grote, witte deuren, waar visite gelukkig niet achter kon kijken.

Dus de kast ging weg. Wat een uitdaging.
Ik begon bijvoorbeeld met dit:


Naast mijn mandje met nuttige bureauspullen (je weet wel, een nietmachine of drie, potloden, lijm en tipp-ex) stond een mandje met stickers. Nou ja, links zie je bijna geen mandje, want werkelijk alle stickers in huis bewaarde ik. Voor het geval ik de kinderen een beloningsstickerkaart geef of een aftelkalender voor hun verjaardag. Maar lieve help! Waarom bewaar ik er dan zóveel??!
Rechts is het mandje weer tevoorschijn gekomen en ik heb nog steeds stickers genoeg. Want tot nog toe, heeft niemand een stickerkaart nodig hier in huis. Of ik moet zelf een beloningsstickerkaart krijgen voor deze challenge....... :)

En zó pakte ik stapje voor stapje alle kastplanken aan.





















Mijn doel werd niet alleen de spullen wegdoen en herplaatsen, maar ook om de lege planken uit de kast te halen en tegen deze lege muur (waar eerst mijn wand sfeerhaard hing, die via Marktplaats verkocht is) te zetten.
Na een week had ik vier planken........ nog 42 te gaan.

Omdat ik geen nieuwe kast wil, was het zaak om alles een nieuw plekje te geven. Dus ook andere kasten kregen een metamorfose.
Het gekke is, dat sommige andere kasten in huis, gewoon nog heel veel ruimte bleken te hebben.

Mijn bureauspullen kwamen, hoe logisch, bij het bureau terecht in een ladekast, waar, hóe vreemd: wol en haakspullen lagen.
Al mijn naaispullen èn haak- èn breispullen, gaan naar de zolder, naar mijn slaapkamer.
In een nis voor het raam, knutselde mijn lief een werkplank/bureau en daar kan ik alles kwijt.
Alléén........ ik kan er niet meer aan werken ;)  Ach, een mens moet niet teveel willen in één keer!
Hier zie je een kastdeel vol spelletjes. Wij zijn een ècht spelletjesgezin.
We hebben één vaste spelletjesavond per week en het liefst worden er nog vaker spelletjesmomenten georganiseerd. Natuurlijk heel gezellig onder het genot van een drankje en een chippie......  Wat knus!
Maar deze kast........ is niet de enige plek waar spelletjes opgeborgen liggen.
We hebben ook nog een grote plank boven de voordeur, die zeker voor de helft vol ligt met bordspellen. Daarnaast staat een mand met strijkgoed. Wát een combinatie.......
De strijkmand, die ik toch ècht eens vaker moet legen, gaat naar boven bij de naai-, stoffen- en wolletjesverzameling. Op de één of andere manier 'klinkt' dit logisch in mijn hoofd.
En dan eens kritisch kijken naar al die spellen.
Gelukkig, alle kinderen zijn het dominospel van Winnie the Pooh en het kwartet van Mega Mindy ontgroeid.
Maar verder....... 
Een week nadat ik drie leuke kinderspellen op Marktplaats heb gezet - we spelen ze nooit - heb ik ze toch maar naar de Kringloop gebracht.
En gelukkig, met kritisch kijken, konden er nog zo'n 20 (!) spellen de deur uit.

Daarnaast is de plank met vazen.
Nu houd ik erg van bloemen en ik vind het echt een luxe, ze voor mezelf te kopen.
Helaas denkt mijn lief er net zó over, dus als ik twee keer per jaar een boeket van hem krijg, is dat veel.
Wat doe ik dan in vredesnaam met zo'n vijfentwintig vazen?
Hup, daar kan zeker de helft van weg.
En die overige vazen? Een plankje in de schuur is genoeg. Daar passen ze op!

Waar ik niet eens een foto van heb (durven) maken, zijn de twee kasten daaronder.
Eén kast voor cadeautjes op voorraad. In de aanbieding gekocht en soms ook wel eens iets gekregen wat niet past of aansluit bij de jarige ontvanger. Oeps, shame on me!?!  Of zijn we gewoon beleefd en slim.........
En de kast daarnaast bevat een kaartenbak, cadeauverpakkingen, feestartikelen en feestversieringen.
Op vier planken gestouwd, waardoor het ook elke keer eruit rolt als de kast opengaat........
Ik kan een lang verhaal heel kort maken.
Ik heb alles door mijn handen laten gaan, véél kon er weg en.......



Tadáá!
Alles past opeens op drie plankjes in een schuin kastje onder de zolderbalken.
Bovenin de cadeautjes en onderin de slingers en de opblaascijfers voor de leeftijd van de jarige.....
Ik vind dat ik een sticker verdiend heb ;)


En dan kom ik opeens, ongemerkt aan déze hoeveelheid kastplanken.
Wow!

Nou moet ik erbij zeggen, dat het inmiddels weekend werd en er vele helpers in huis bij zijn gekomen.
En wat zie je op deze foto ook goed, dat de kast geen achterwand heeft, wat resulteert in muren die vochtig werden, zonder ventilatie.
Het wéér zit erin, kun je netjes zeggen. Maar het is gewoon ordinair schimmel in huis.
Wat een ongezonde lucht ademen we dan met elkaar in.....
Blèh!

Dit is geen volkomen verrassing voor me, dus een volgende klus dient zich aan als de kast eindelijk leeg is.
Van minimaliseren gaan we naadloos over in het volgende project: schoonmaken en verbouwen!!
Deze verrassing bijvoorbeeld, kwam ook tevoorschijn. Te weinig nieuwe vloer, dus is er nog een randje oud zichtbaar....... Oeps! Alsof je veel te grote schoenen aan hebt. Beetje onhandig en niet mooi.
Maar dát is (ook) voor een volgende keer!

De kast is weg!
Het meest moeilijke om op te ruimen, vond ik mijn knutselspullen en mijn EW-dingen.
Ik heb alles nog eens door mijn handen laten gaan.
Lieve kaartjes van vriendinnen toen ik een high tea gaf voor mijn verjaardag lagen in de kast.
Gelukkig maar dat ik alles bekeek.......

......... want daar kwam ik dit nog tegen.
Echt leuk! Een cadeautje tweeënhalf jaar later.... :)
En deze ga ik fijn zelf besteden!


Oh ja..... tip nummer drie als je wilt minimaliseren mèt kinderen in deze tijd voor Sinterklaas.
Als de kinderen hun schoentje zetten, kunnen ze best wat krijgen, maar......
"Heb je nog drie stuks speelgoed op je kamer die Piet voor jou aan de arme kindjes kan geven?" was mijn vraag....... en ja hoor! Dat was helemaal geen punt.
Sterker nog...... het ging heel gemakkelijk!
Ze wilden zelfs vaker dan één keer per week hun schoentje zetten (nou, nou!) en dan zouden ze elke keer drie dingen van hun kamer weggeven.
Ik ben overtuigd. Prima!
En drie dingen keer vier kids, zijn toch mooi weer twaalf dingen die het huis uit kunnen!
Zó leren kinderen spelenderwijs mee minimaliseren.
De AH sluit hier trouwens naadloos bij aan met hun goedzakken.
Deze plastic tas kun je vullen met goed speelgoed, wat vervolgens naar  kinderen gaat die het minder hebben of van wie de ouders geen cadeautje kunnen kopen.
Een win-win situatie!


Ik zal nog even de eindstand doorgeven op deze dag 17 van de challenge.
Een snel rekensommetje leert, dat ik nu al 170 spullen minder in huis zou moeten hebben.
In werkelijkheid is dit iets meer: ik heb nu al 310 dingen weggedaan!
En daarbij moet ik zeggen dat ik 'afval' niet meetel. Eigenlijk vooral de 'goede' dingen die bijvoorbeeld naar de basisschool of naar de Kringloop gaan, tel ik.
En als ik vijf haarspeldjes wegdoe, zijn dit geen vijf dingen, maar tel ik het voor één.
Nog een tijdje zó doorgaan en dan haal ik dit jaar inderdaad nog de 1000 (!) dingen.
Wow! Die kast wegdoen was in ieder geval een goede zet.
En wat er voor in de plaats komt?
Dat laat ik volgende week zien.

Het is me (weer) niet gelukt om te minimaliseren met woorden, in deze blog.
Maar toch vind ik dat ik een sticker verdiend heb.......... ;) 

zondag 13 november 2016

Appelstroop zelf maken

Tweede ronde, nieuwe kans: vorig jaar maakte ik geen appelstroop, maar een soort appelcement. Dus hoog tijd om dit jaar een nieuwe poging te wagen om 'smeerbare' appelstroop te maken!
Het maken is niet zo moeilijk, maar het inkoken duurt gewoon er-rug lang.

Ik heb nog (val)appeltjes genoeg om appelstroop van te maken.

En in één klein potje stroop gaan echt een he-le-boel appels.
Elk jaar zoek en raap ik veel valappels met wildplukken. En daardoor ben ik weer op zoek naar creatieve manieren om van deze beschadigde appels nog wat lekkers te maken.
Prima appeltjes voor in de appeltaart of om er appelmoes van te maken. Maar hoe heerlijk ook, elke dág appeltaart gaat tegen staan. Deze valappels zijn prima geschikt voor appelstroop. En natuurlijk staat appelstroop-maken op mijn to-do-list, want het moet dit jaar goed gaan!
Heb je zelf geen appelboom? Ga eens bij een tuinder langs en vraag of je wat valappels mag rapen. Of lees mijn blog over wildplukken. Appels langs de kant van de weg, worden niet bespoten.  Dus een win-win situatie: ze zijn gratis èn bovendien onbespoten !!!








Maar waarom zou je appelstroop zelf maken?

Het maken van appelstroop is een manier om appels langdurig te bewaren. De Germanen kenden deze methode al. Zij maakten appelstroop door niet-houdbare appels in brede, ondiepe potten te koken tot alle vocht verdampt was. Wat overbleef was een moes die een suikergehalte kon bereiken van 50%, waardoor de moes lang houdbaar werd. Deze moes werd eeuwenlang gebruikt om maaltijden te zoeten. Het past goed in sommige stoofschotels of ovengerechten. Velen kennen het als broodbeleg.
Voor de verwerking tot stroop wordt vaak suikerbietensap toegevoegd. Bij een onderzoek van de consumentenbond een paar jaar terug,  bleek dat appelstroop vaak voor meer dan de helft uit bietenstroop bestaat. Zelfs bij biologische appelstroop is dit toegevoegd........
Dat appelstroop zovéél ijzer bevat is geen fabeltje, maar het komt eigenlijk uit de rauwe suikerbieten........

Je ziet ook vaak op potjes staan: rinse appelstroop.
Ik dacht lang dat 'rinse' een soort merknaam van appelstroop is, maar dat is het niet. Rins geeft een smaak aan. Het is een complexe smaak die bestaat uit licht zuur (van de appels), heel licht bitter en enigszins zoet (van de suikerbieten).

Het principe om appelstroop te maken, is simpel. Appels moet je inkoken tot ze de gewenste dikte hebben. De suikers in de appels bepalen hoe zoet je appelstroop zal worden. Wil je geen suiker toevoegen, zorg dan voor voldoende zoete appels. Je moet de stroop langer inkoken om de gewenste dikte te verkrijgen en er blijft minder appelstroop over. Wel wordt deze appelstroop net zo donker van kleur.
Onrijpe appels zijn minder zoet en hebben de suiker nodig voor een goed resultaat. De meeste valappels of appels van oudere rassen, zijn vaak niet rijp als ze van de boom komen. Door het vallen kneuzen ze en jammer genoeg bevatten deze appels ook minder sap.

Je hebt de traditionele manier om kilo's appels in te koken tot moes en vervolgens de appels 24 uur te laten uitlekken om het sap daarvan op te vangen. Een langdurig proces en ik besloot het anders aan te pakken.
Ik heb een sapcentrifuge en daarmee maak ik gemakkelijk sap, puur natuurlijk en onverhit. Dat laatste maakt voor appelstroop-maken niks uit, want je gaat het daarna toch verhitten om in te koken, maar ik ben erg tevreden met mijn old fashioned sapcentrifuge.

Je hoeft de appels niet te schillen en klokhuizen verwijderen hoeft ook niet.
Natuurlijk zijn de appeltjes wel schoon gewassen en zitten er geen rotte plekjes meer aan.

De binnenkant van de sapcentrifuge bevat een ronde, metalen rasp die de appels in kleine stukjes raspt, terwijl ondertussen een voortdurende, snel ronddraaiende beweging wordt gemaakt.
Datgene wat geen sap is, wordt tegen de zijkant aan geslingerd en opgevangen in de speciale zeef.
.
Dit is het afval: droge, stevige appelpulp. Misschien kun je er nog azijn van maken, maar ik gooi dit weg.
Ondertussen is het sap naar beneden gestroomd, wat ik opvang in een maatbeker.

Binnen no-time heb ik een liter appelsap.
En ondanks de soort appeltjes die ik heb, smaakt de appelsap lekker en licht zoet.
Ik ben dik tevreden met mijn apparaat, al komt het bij de kringloop vandaan.

Maar goed, die liter appelsap is de basis voor mijn appelstroop.
Voor de zekerheid voeg ik er suiker aan toe, maar dat hoeft dus niet.
Mijn recept:

Appelstroop

Ingrediënten:
  • 1 l versgeperst appelsap
  • 100 - 200 g bruine basterdsuiker of rietsuiker
Hoe pak ik het aan:
De appels heb ik ontsapt met de sapcentrifuge. Wil of kun je dit niet, doe het dan door middel van inkoken, zoals hierboven beschreven.
Doe het sap in een kleine pan. Heb je redelijk zoete appels, dan kun je het sap ook inkoken zonder suiker toe te voegen. De smaak wordt intenser, de kleur wordt even donnkerbruin!
Breng het sap aan de kook en laat het daarna op middelhoog vuur, zónder deksel op de pan, inkoken. Dit inkoken duurt enkele uren. Bij mij drie tot vier uur.
Als het sap begint te bruisen en er kleine belletjes omhoog komen, dan is het appelsap voldoende ingedikt en begint het stroop te worden. Hier komt mijn fout van vorig jaar.... ik was er niet op tijd bij om het uit de pan te halen en toen werd de appelstroop té dik. Smeerbaar was een woord dat er niet op van toepassing was, vandaar appelcement ....... ;)
Hoe kun je ook nog zien dat het de gewenste dikte heeft?
Neem een koud schoteltje, wat je in de koelkast hebt gezet, en doe daar een drupje sap of stroop op. Kijk hoe het afkoelt. Als stroop of jam namelijk afkoelt, dikt het nog verder in.
Ik wachtte deze keer niet te lang en vulde twee goed schoongemaakte potjes. Werk altijd schoon met inmaken. Ik kook mijn potjes altijd uit met sodawater en vlak voor gebruik spoel ik ze nog een keer om met kokend water.


Een klein potje van ongeveer 200 ml en een heel klein potje van 50 ml appelstroop bleven er over.
Ik ben tevreden, want het is mooie, donkere appelstroop geworden. Niet rinse, want suikerbietenstroop zit er niet doorheen......
Ik kan voorlopig vooruit, want het wordt niet zoveel gegeten.....

...... dacht ik.
Want zo'n nieuw potje ziet er toch wel erg aanlokkelijk uit.
In ieder geval is deze appelstroop helemaal goedgekeurd!




Oh ja, bewaar de appelstroop gewoon in het keukenkastje, in de koelkast wordt het te snel te stevig.
En ik kan weer iets van mijn to-do-lijstje strepen.
Appelstroop:  ✔Gelukt!